Basisrecept: (Gezouten) karamelsaus

We kunnen elke karamel-fan aanraden om te leren zelf karamelsaus te maken. Het is een stuk goedkoper, en zeker lekkerder dan de variant uit de supermarkt (als je het al kunt vinden).

Op zich is karamel maken ook helemaal niet zo moeilijk. De grote truuk is om heel goed op te blijven letten en op precies het goede moment de slagroom aan de karamel toe te voegen. En dat is best een beetje tricky, want het kan op seconden neerkomen dat de karamel van heerlijk goudbruin naar verbrand en dus oneetbaar gaat.

Maar geef vooral niet op als het de eerste (paar) keer niet goed lukt. Want met oefening zul je er een gevoel voor ontwikkelen wanneer de karamel goed is.

Ingrediënten:

• 100 ml water
• 200 gr kristalsuiker
• 250 ml slagroom
• zeezout (of als je heel fancy wil doen: fleur de sel 😉 )

Doe het water in een hoge pan met een (redelijk) dikke bodem en giet de suiker middenin het water. Het lijkt een beetje gek om dat kleine beetje water en suiker in een grote pan te doen. Maar straks zul je zien waarom dit echt nodig is. En een dikkere bodem verkleint de kans dat je karamel verbrand. Zet de pan op een middelhoog vuur.

Laat het rustig aan de kook komen en je zult zien dat de suiker beetje bij beetje oplost. Zodra de suiker is opgelost zullen er steeds meer grote bellen ontstaan. Gewoon lekker laten gaan en vooral NIET roeren. Als je gaat roeren in je karamel dan zal de suiker kristalliseren en dan krijg je nooit een mooie gladde heldere karamel.

Doe de slagroom in een klein pannetje, maar zet deze nog niet op het vuur.

Ik heb bovenstaande foto’s even bij elkaar in één plaatje gezet zodat je de progressie van de karamel goed kunt zien. Het duurt eventjes voordat de kleur van de 2e foto naar de kleur van de 3e foto gaat, maar zodra de karamel bruin begint te worden moet je heel goed opletten. Ik was even bang dat ik hem te ver had laten gaan, omdat ik de foto aan het nemen was, maar ik was nog net op tijd gelukkig. 😀

Zodra de karamel net een beetje kleur begint te krijgen zet je het pannetje met de slagroom op het vuur. Laat deze opwarmen, maar niet koken.

Op de 4e foto van de collage is de karamel in het midden nog niet goudbruin, maar aan de rand wel. Dan is het al hoog tijd om als een gek het vuur uit te zetten en de slagroom bij de karamel te gieten. Begin dan gelijk met roeren! Juist, nu moet je WEL roeren. 😛

Zodra je de slagroom bij de karamel giet begint het als een malle te borrelen, vandaar dat je een grotere pan nodig hebt dan je in eerste instantie zou verwachten. Laat je hier niet door van de wijs brengen. Rustig blijven roeren tot de karamelsaus weer kalmeert en je een mooie gladde saus hebt.

Dan is het tijd om de karamelsaus op smaak te brengen met zout. Ik heb bewust geen hoeveelheid zout bij de ingrediënten gezet, omdat ik dit een kwestie van persoonlijke smaak vind. De een houd van echt hele zoute karamel, de ander juist niet. Dus ik wil alleen maar zeggen dat je steeds een beetje moet toevoegen, dan even goed roeren en proeven! Maar ook als je een zoete karamel wil, voeg dan toch een snufje zout toe.

Let wel dat de karamel heet is, dus eerst even blazen voor je dat lepeltje met karamel in je mond stopt. 😉

Je kunt de saus goed bewaren in een gesteriliseerde weckpot. Bij het afkoelen zal de saus verder indikken. Als je hem voor gebruik juist weer wat vloeibaarder wil hebben dan kun je hem even in een bak met heet water zetten.

Enjoy!

Hou jij van zoete of zoute karamel? En waar doe jij graag karamel op?